Heel groot avontuur 1/2

25 juli 2022 - Rwenzori-gebergte, Congo-Kinshasa

Op naar een nieuw avontuur, zo eindigden we de vorige blog. En dat avontuur, dat kwam er zeker: een driedaagse jungle-trekking in de Rwenzori Mountains - die ik twee verhalen zal proberen onder woorden te brengen, maar het gaat wel even duren - stond ons te wachten. Robert reed ons voorspoedig van het relatief grote Fort Portal naar het mini-dorpje Kilembe, waar het zogenoemde ‘base camp’ van de Rwenzori tracking service was gevestigd. Kilembe was een ontzettend armoedig dorpje, met krakkemikkige hutjes en heel veel kindjes zonder schoenen. Het bleek een voorbode voor ons verblijf; natuurlijk is alles voor toeristen veel beter geregeld en het tracking-bedrijf was echt bijzonder goed georganiseerd, maar in het basiskamp was geen water en onze weg naar de bedden in de grote dorm (met 8 bedden, die alleen door de drie kinderen bezet werden) moesten we in het donker vinden. Gelukkig kwamen we hier ook alleen om te slapen. Opladen voor de volgende dag bleek hard nodig!

Op een hoogte van 1500 meter begon onze tocht, en de eindbestemming (het eerst slaapkamp) was op 2500; duizend hoogte-meters verder, best een grote afstand. Wandelen is normaal alleen iets waar onze ouders echt plezier van hebben, en dit was echt veel pittiger - heel veel steile stukken, die best wat eisten van onze beenspieren - maar toch klaagde er niemand. De natuur was hier al mooi, en we konden gezellig onze twee gidsen wat beter leren kennen:

Sam was een jonge gast van rond de twintig met een fijn gezicht, versierd met een brede lach die ons allemaal blij maakte als hij verscheen. Hij had een hele diepe, mooie stem (hij zou rapper kunnen zijn, zei Dammie) waarmee hij ons heel veel wist te vertellen over de mooie natuur onderweg.

Rasto was zijn iets oudere gidsmaat en was nog vrolijker dan Sam. Ook hij had een blij hoofd, en zodra we hem iets vroegen, kon hij heerlijk veel vertellen, maar wel in een soort slow-motion; Rasto nam zijn tijd.

Deze twee mannen waren slechts een klein deel van het mega-team dat ons de berg op ging helpen. Na een lange dag lopen kwamen namelijk niet alleen wij zeven (Dammies + de twee gidsen), maar ook acht (!) zogenoemde ‘porters’ aan in ‘Sine Camp’. Deze lokale mannen en vrouwen droegen alle spullen de berg op; onze tassen met kleren en andere benodigdheden, een extra paar regenlaarzen voor ons allemaal, al het kookgerei, bestek, slaapzakken en natuurlijk het eten zelf. Dat begonnen ze al snel te gebruiken en samen met de Nederlandse Judith, een lieve vrouw van rond de 30 die in haar eentje een 4-daagse tocht zou maken, aten we smakelijk van de soep en het vlees. Het begon echt flink koud te worden, zo hoog in de berg en zonder de zon om ons te verwarmen, dus we pakten ons allemaal in met vier of vijf laagjes voordat we, opgerold in onze dikke slaapzakken, op de stapelbedden in ons schamele hutje in slaap vielen. 

Merel

1 Reactie

  1. Jule van Dam:
    4 augustus 2022
    mooi verhaal. gelukkig kan ik meteen door naar deel 2!