Fietstocht en een ecodorp

22 juli 2019

Nog steeds niet helemáál gewend aan de jetlag werden we deze ochtend ietwat moe wakker. Maar daar was geen tijd voor, want we gingen meteen door naar het ontbijt. Zoë heeft in haar blog van gisteren de term ‘ecodorp’ al laten vallen, en ik zal even toelichten wat dat precies inhoudt: in dit dorpje hebben de inwoners allemaal hetzelfde tarief voor bijvoorbeeld eten en accommodatie, en werpt het toerisme vruchten af voor zo veel mogelijk inwoners. Dat resulteert onder meer in een geweldig bungalow-parkje van ongeveer 6 gezellige bungalows op palen, de ‘sun-bear lodge’. Voor 15 dollar per nacht. 

Maar goed, toen wij hier wakker werden, gingen we ontbijten in het community-centrum, en daarna gingen we met onze gids Daro (wiens naam resulteerde in een paar flauwe ‘Hiero? Nee Daro!’-grappen’ door de jongens) op een fietstour. Dat beloofde (niet) veel goeds…..

En dat niet-goeds kregen we ook! Zo ging er een ketting los, waren er schakelproblemen en een lekke band. En als klap op de vuurpijl maakte Peer een onbedoelde salto en viel hij hard op de grond. Op zijn recent gebroken rechterarm…. Dus toen Peer uitkermde: ‘Auuu, mijn knie!’ was onze enige reactie ‘gelukkig!’. Maar tegenover dit alles stond een geweldige, geweldige fietstocht! Fietspaden kennen ze niet bepaald in dit land, dus onze banden hebben de hele route alleen modder, water en zand gevoeld. En dan geen water als in een paar flauwe plassen, maar in de vorm van diepe riviertjes die ons nat maakten tot onze heupen en onze fietsen zowat opslokten.

Onderweg was ons eerste stoppunt een ‘bat-cave’, met, zoals te verwachten, vleermuizen. De grot bevond zich achter een waterval, en was heel gaaf!

De fietstocht vervolgde op weg naar nóg een waterval: dit exemplaar was supergroot en nog moeilijker bereikbaar dan de vorige! Na een vage maar leuke klauterroute door de bosjes kwamen we er toch. Hier lunchten we heerlijk uit een bananenblad (rijst met goed vlees), zodat we lekker veel energie hadden voor de terugweg en het zwemmen. Want het zwemmen, dat was vet! Achter de waterval was een grote ruimte, waar Zoë, Peer en ik besloten te boulderen, wat superleuk was. Daarnaast zwommen we de hele tijd onder een kleiner stroompje van de waterval, waar je de waterval boven je tot in je borstkas kon voelen trillen.

Op de terugweg namen we om een diepe, brede rivier over te steken een klein pondje. Al was dit bouwsel denk ik beter te beschrijven als een soort katamaran-vlot, met twee bootjes als drijvers en planken eroverheen, hij deed het wél.

Eenmaal thuis aten we in een restaurantje, waar we die middag al waren geweest:

‘Kunnen wij hier vanavond eten? En heeft u een menukaart?’. Nee, die had dit vrouwtje niet. Ze zou wel iets inkopen voor ons. Dus zo aten wij die avond heerlijke rijst, kip, vlees, salade en zelfs friet, voor net 14 euro bij elkaar.  Inclusief drankjes. Dat zijn dus de voordelen van zo’n ecodorp. 

Welterusten!

Merel

Foto’s